Erfbelasting

Bij de belasting die wordt geheven over een erfenis wordt geen onderscheidt gemaakt tussen liquide middelen of onroerende zaken. Dit kan er voor zorgen dat, als veel van het vermogen bestaat uit onroerende zaken, de erfbelasting voor een liquiditeitsprobleem kan zorgen.

In dit artikel gebruiken we het voorbeeld van een stel dat getrouwd is in gemeenschap van goederen met samen twee kinderen. Het vermogen dat ze hebben opgebouwd is € 1.2 miljoen wat voornamelijk in hun woonhuis en bedrijfspand zit.

Overlijden zonder testament

Bij het overlijden van één van de ouders laat deze € 600.000 na. Deze nalatenschap wordt, bij het ontbreken van een testament, wettelijk evenredig verdeeld over de erfgenamen. In dit voorbeeld zijn er drie erfgenamen, de partner en de twee kinderen, die allen € 200.000 ontvangen. Door het ontbreken van een testament bepaald de wet ook dat de erfenis wordt toebedeeld aan de langstlevende partner. Het erfdeel van de kinderen wordt omgezet in een vordering op de langstlevende partner welke opeisbaar is na het overlijden van de langstlevende partner.

Voor het betalen van de erfbelasting betekent dit het volgende. Voor de langstlevende partner geld een fiscaal vrijgesteld bedrag van € 643.194 waar de erfenis van € 200.000 ruim binnenvalt. Het fiscaal vrijgestelde bedrag voor kinderen bedraagt € 20.371. Dit resulteert in een belastbaar bedrag van € 179.629 waar elk kind vervolgens € 23.600 erfbelasting over verschuldigd. Aangezien de nalatenschap in zijn geheel is toegedeeld aan de langstlevende partner zal deze ook de schulden aan de belastingdienst van twee keer € 23.600 moeten betalen.

Tweetraps testament

Een testament met tweetrapsmaking kan fiscaal uitkomst bieden. Dit houdt in dat de erfenis van de overleden ouder in zijn geheel wordt nagelaten aan de langstlevende partner. Wel wordt in het testament opgenomen dat het overgebleven deel van de erfenis van de overleden ouder na het overlijden van de langstlevende wordt toebedeeld aan de kinderen. Bij het overlijden van de langstlevende partner ontvangen de kinderen dus het gedeelte van de erfenis van de korstlevende partner en die van de langstlevende partner.

In het hiervoor beschreven voorbeeld houdt het overlijden van de eerste partner in dat de gehele erfenis, ten hoogte van € 600.000, toe komt aan de langstlevende partner. Dankzij de partnervrijstelling van € 643.194 hoeft over dit bedrag geen erfbelasting betaald te worden. Door deze oplossing ontstaat er dus niet direct een liquiditeitsprobleem door erfbelasting bij een erfenis wat voornamelijk bestaat uit onroerende zaken.

Pas bij het overlijden van de langstlevende partner erven de kinderen ieder hun deel van de erfenis. Aangezien het hierbij gaat om het erven van beide ouders kan er tweemaal gebruik gemaakt worden van het vrijgestelde bedrag.