De NOW 1.0 is op diverse punten aangepast. Een daarvan is de maand waarnaar wordt gekeken bij het bepalen van de hoogte van de subsidie. Dit kan voor u gunstig uitpakken, wanneer u bijv. te maken heeft met seizoenswerk. Hoe werkt dat precies en tot wanneer kunt u deze NOW 1.0 nog aanvragen?

Waarom een wijziging in NOW 1.0?

Het probleem voor ondernemingen met seizoensinvloeden is dat een hogere loonsom in maart, april en mei ten opzichte van januari 2020 niet leidt tot een hogere subsidie. Wanneer u dus in januari nauwelijks personeel op de loonlijst heeft staan, maar in maart juist wel, wordt u niet gecompenseerd voor dit verschil.

Maart als uitgangspunt

Gelukkig heeft minister Koolmees onlangs enkele wijzigingen in de NOW 1.0 doorgevoerd. Een daarvan is dat u een alternatieve berekeningswijze mag toepassen. Dit betekent concreet dat voor de berekening van de subsidie niet wordt uitgegaan van de loonsom in januari 2020, maar die van maart 2020. Deze alternatieve berekeningswijze kent de volgende voorwaarden:

  • de stijging van de loonsom in maart t/m mei 2020 mag worden meegenomen in de berekening van de NOW 1.0-subsidie, mits de loonsom in maart t/m mei 2020 hoger is dan driemaal de loonsom van januari 2020;
  • de hoogte van de loonsom in april en mei 2020 wordt gemaximaliseerd op de loonsom van maart.

Rekenvoorbeeld

Stel, u had in januari slechts enkele werknemers op de loonlijst met een loonsom van in totaal € 8.000. In maart, april en mei bedraagt de loonsom binnen uw onderneming € 20.000, € 22.000, € 20.000. Bij de traditionele berekening zou er moeten worden uitgegaan van de loonsom van januari ad. € 8.000. Hierdoor zou uw subsidie maximaal 3 x 90% x € 8.000 x 1,3 = € 28.080 bedragen. Gaan we uit van de alternatieve (nieuwe) berekeningswijze, dan is de basis voor de subsidie een loonsom van € 20.000. Dit leidt tot een maximale NOW 1.0-subsidie van 3 x 90% x € 20.000 x 1,3 = € 70.200. Beduidend meer dus!

Niet direct, maar pas bij de definitieve vaststelling

Helaas kunt u niet direct profiteren van deze nieuwe berekeningswijze. De bevoorschotting van de NOW 1.0 blijft namelijk gebaseerd op de loonsom van januari 2020. Pas bij de definitieve vaststelling van de subsidie kan de alternatieve berekeningswijze worden toegepast. Deze kan pas vanaf 7 september 2020 worden aangevraagd.

Eerder aangevraagd?

Als u reeds NOW 1.0 hebt aangevraagd, dan is de datum van 6 juni niet van belang. U gaat dan op termijn gewoon profiteren van de alternatieve berekeningswijze. Dit zal voor de meeste seizoensgebonden bedrijven gelden.

Eerder afgewezen?

Het is ook mogelijk dat u in januari 2020 geen mensen op de loonlijst had staan. Wanneer hierdoor uw aanvraag voor NOW-subsidie is afgewezen, zal het UWV hierover contact met u opnemen. U kunt dan alsnog aanspraak maken op subsidie.

Niet eerder aangevraagd?

Als u eerder geen verzoek heeft ingediend, maakt deze aangepaste regeling dit mogelijk nu wel aantrekkelijk. U dient dan wel voor 6 juni actie te ondernemen. Tot en met 5 juni is het namelijk mogelijk om een NOW 1.0-aanvraag in te dienen. Dit staat los van de NOW 2.0!

De alternatieve berekeningswijze maakt het mogelijk om voor de NOW 1.0 uit te gaan van de loonsom van maart 2020 in plaats van januari 2020. Hierdoor heeft u mogelijk (alsnog) recht op een hogere subsidie. Deze alternatieve berekeningswijze wordt pas bij de definitieve berekening van de subsidie toegepast. Uw voorschot blijft dus op de loonsom van januari 2020 gebaseerd. Vooral als u te maken heeft met seizoensinvloeden en uw aanvraag eerder is afgewezen, biedt dit nieuwe kansen. U dient voor 6 juni in actie te komen om de NOW 1.0 aan te vragen.